In navolging van een reeks andere initiatiefnemers in het land, hebben een aantal ondernemerspartijen het initiatief genomen voor een onderzoek naar de oprichting van een ondernemersfonds. Met zo’n fonds zijn ondernemers in staat om eigen initiatieven ter bevordering van het ondernemersklimaat te verwezenlijken. Een goede financiële grondslag voor de behartiging van gemeenschappelijke belangen is hierbij van belang. Het fonds wordt gevoed via een verhoging van de OZB voor niet-woningen. De opbrengst van die verhoging vloeit één op één terug in de kas van het op te richten Ondernemersfonds Zaanstad. ‘Iedereen’ doet mee en de problemen van financiering van gemeenschappelijke voorzieningen zijn voorgoed opgelost. Alle ondernemers die bijdragen aan het ondernemersfonds, kunnen ook meebeslissen over de bestedingen. Het fonds is er voor en door ondernemers. Daarbij opgemerkt dat een ‘ondernemer’ in dit verband iedere eigenaar of gebruiker van een niet-woning is, (excl. sportverenigingen, maatschappelijke- en culturele instellingen). Via een democratische verenigingsstructuur kan een ondernemer meebeslissen over plannen en projecten die het ondernemersklimaat in de omgeving versterken, zonder beperkende regels en met de politiek op afstand (de gemeente faciliteert slechts via de OZB). Het voorstel is te komen tot een bijdrage van € 70,- per € 100.000 WOZ-waarde. Deze bijdrage geldt zowel voor gebruikers als eigenaren van een niet-woning. (De verhoging komt neer op een lastenverzwaring van 13%.)
Wat vindt de VVD fractie van dit voorstel:
Wij juichen initiatieven uit de maatschappij toe en vinden het idee een ondernemersfonds voor en door ondernemers op te richten heel interessant. En mooi dat er meer initiatieven overal in de gemeente uitvoering kunnen krijgen.
Waarom is de VVD dan niet blij?
Om te beginnen, gaat het om het voorstel dit fonds te financieren door een verhoging van de Onroerende Zaak Belasting op niet woningen. De VVD is, evenals de Raad Nederlandse Detailhandel tegen belastingverhogingen en een OZB heffing is bedoeld voor financiering van gemeentelijke taken. Dit extra geld gaat naar het Ondernemersfonds en de politiek heeft niets meer te zeggen over besteding en uitzonderingen.
Vervolgens betaalt iedereen uit de hele gemeente mee die een niet-woning in bezit of gebruik heeft. Dat kan uiteenlopen van een garagebox ergens in de gemeente tot de grote bedrijven maar ook sportaccommodaties, buurthuizen, zorginstellingen en de gevangenis moeten dan dus meedoen. Je hebt dus als eigenaar en/of huurder geen keuze meer of je mee doet aan het fonds of niet. Het staat op het aanslagbiljet dat eind februari van elk jaar op de mat valt. En bezwaar maken kan alleen tegen de WOZ waarde, niet tegen het feit dat de regel voor het ondernemersfonds op het biljet staat. Het is in die zin dus helemaal niet democratisch.
Op de avond die de VVD heeft georganiseerd speciaal voor de sport en maatschappelijke belanghebbenden werd al snel duidelijk dat buurthuizen, sportverenigingen en maatschappelijk betrokken organisaties geen voorstander zijn van het ondernemersfonds. Het kost geld en dat is er vaak niet. En daarnaast waren de aanwezigen bang dat sponsoring van bedrijven gaat stoppen of verminderen omdat de bedrijven al aan het ondernemersfonds betalen. Ook waren er betrokkenen die bang zijn dat de kosten voor de eigenaar door de verhuurder in de huur zal worden doorberekend. Als oplossing voor zorg, sport en maatschappelijke organisaties hebben de initiatiefnemers aangegeven te zullen gaan werken met een retributieregeling. Dat houdt in dat je eerst de rekening betaalt en daarna je geld kan terugvragen bij het fonds. Dat betekent meer administratieve rompslomp en regeldruk voor deze organisaties. En die draaien vooral op vrijwilligers die niet op meer werk zitten te wachten. Wat deze retributieregeling betekent voor de opbrengst van het fonds (zal lager worden) en voor de kosten van het fondsbeheer konden de initiatiefnemers tijdens de informatievergadering op 8 september nog niet aangeven.
En dan het laatste punt. Als je als betaler mee wilt praten en beslissen over de besteding van het geld binnen jouw gebied moet je lid worden van de bedrijfsvereniging in dat gebied. Het lidmaatschap is niet kosteloos. In Nederland is er het récht op vereniging en dit is, als je wil meepraten, een plícht. Een verplichting tot vereniging moet er wat betreft de VVD enkel zijn in uitzonderingsgevallen zoals bijvoorbeeld een Vereniging van Eigenaren.
Is er dan geen andere oplossing voor de financiering? Ja, die is er wel. Namelijk een Bedrijfs Investerings Zone (BIZ). Daarbij staat een gebied centraal en binnen dat gebied is een meerderheid nodig van de beoogde ondernemers. Dat is pas een democratisch besluit. Als de meerderheid voor is, doet iedereen mee. En je kunt goed inschatten in welk gebied het wel goed is een fonds te hebben zoals centrum Zaandam, Wormerveer of bedrijventerreinen en welke gebieden, zoals het lint van Westzaan, niet. Volgens de initiatiefnemers van het Ondernemersfonds is al eens tevergeefs geprobeerd in enkele gebieden een BIZ regeling tot stand te brengen. Maar daar was toen geen meerderheid voor te vinden. Er lijkt dus geen sprake te zijn van een groot draagvlak bij de ondernemers, iets wat voor de VVD, evenals voor MKB Nederland, een groot probleem is.
Conclusie.
De VVD fractie is voorstander van een Ondernemersfonds gefinancierd met een Bedrijfs Investerings Zone regeling zoals wij in ons verkiezingsprogramma hebben opgenomen. De oplossing die de initiatiefnemers kiezen, kan daarom niet op onze steun rekenen. Nog even onze bezwaren op een rij:
- Het is over de hele gemeente in plaats van een specifieke zone.
- Geen bezwaar- en beroepsmogelijkheid.
- Geen vrijheid in de keuze van het wel of niet meedoen.
- Als je geen lid bent van een bedrijvenvereniging mag je niet meepraten maar betaalt wel.
- De regeldruk bij de uit te zonderen categorieën wordt hoger.
- Geen democratische meerderheid nodig bij de betrokkenen die gaan betalen.
Deze bezwaren wegen voor de fractie zwaarder dan de voordelen.
Namens de fractie, Rina Schenk, woordvoerder Economie.