De opvang van de grote aantallen vluchtelingen is een zaak die de inwoners van alle 393 gemeenten in dit land raakt. Er is door de rijksoverheid een beroep gedaan op gemeenten om een steentje bij te dragen aan de eerste opvang. Burgemeesters en wethouders zijn vervolgens overal aan de slag gegaan. Helaas moeten wij constateren dat zij dat in veel gemeenten op eigen houtje doen. De weerslag daarvan zien we terug in krantenkoppen: ‘Burgemeester heroverweegt opvang vluchtelingen’, ‘Wethouder was al bezig met noodopvang vluchtelingen’ en ‘Burgemeester vraagt ruimte voor vluchtelingen’. Het is niet alleen een beeld dat burgemeesters en wethouders dit varkentje zelf wassen, maar ook de feiten tonen aan dat bestuurders in onze gemeenten niet altijd oog hebben voor twee belangrijke elementen: betrokkenheid en draagvlak. Zie de gemeente Halderberge (N-B). De brief met het verzoek van het Centraal Orgaan Asielzoekers om vluchtelingen op te vangen in deze gemeente bleef ruim drie maanden onopgemerkt. De gemeenteraad werd vorige week pas ingelicht en kreeg het verzoek snel te beslissen. Dit droeg niet bij aan betrokkenheid en draagvlak.
Als de inwoners niet tijdig worden betrokken en de gemeenteraad te lang buiten beeld blijft, is het niet vreemd dat het er soms heftig aan toegaat, zoals in de raadsvergadering van 24 september in Purmerend. Burgemeester Don Bijl moest daar een raadsdebat over de vluchtelingenopvang voortijdig beëindigen, omdat er volgens hem te veel (!) mensen op de vergadering waren afgekomen. Er zijn nooit te veel mensen die hun geluid willen laten horen of niet welkom zijn bij een raadsvergadering. Een sporthal is zo afgehuurd.
Draagvlak
Niet alleen 393 colleges, maar ook de bijna 9000 volksvertegenwoordigers in de gemeenteraden hebben een rol te vervullen bij de beslissing om vluchtelingen op te vangen. Zeker bij tijdelijke en reguliere opvang kan het om jaren gaan. Dan moet daar breed draagvlak in de gemeenschap voor zijn. En dan is betrokkenheid van alle partijen cruciaal. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Klaas Dijkhoff, heeft dat vorige week in zijn brief aan gemeentebesturen over de noodopvang nog eens onderstreept. Gemeenteraden vertegenwoordigen de flexibiliteit en het begrip dat van inwoners wordt gevraagd, schrijft de staatssecretaris.
Er zijn genoeg gemeenten waar de raad wel in positie is gebracht. In Nijmegen hebben de raadsfracties de stad opgeroepen om open te staan voor de opvang van vluchtelingen. De partijen vragen corporaties, makelaars, vastgoedeigenaren en de gemeente om leegstaande kantoren en andere gebouwen aan te bieden die geschikt kunnen worden gemaakt voor opvang. De verklaring ‘Nijmegen Gastvrij’ is door alle tien de politieke partijen ondertekend en aangeboden aan de burgemeester. Weert laat zien dat het betrekken van de raad bijdraagt aan draagvlak. Aanvankelijk werd opvang geweigerd, maar door tijd te nemen en het debat te voeren in en met de raad, en daarmee met de bevolking, ging Weert akkoord met de opvang van vluchtelingen.
Het moge duidelijk zijn: ondanks de formele verantwoordelijkheden is de opvang van vluchtelingen geen exclusieve taak van college of burgemeester. Hoe goed het initiatief van de Zuid-Hollandse commissaris van de koning Jaap Smit ook was om alle burgemeesters op te trommelen naar het provinciehuis voor overleg over de vluchtelingenopvang, het bevestigde juist dat verkeerde beeld. Voor betrokkenheid en draagvlak voor zo’n emotioneel beladen onderwerp is het cruciaal om gemeenteraden tijdig een rol te geven.