De beste route

Na 8 jaar lid te zijn geweest van Provinciale Staten (PS), ben ik in mei geïnstalleerd als gedeputeerde. Een hele andere rol. Ik word nu gecontroleerd door PS, terwijl ik eerder zelf de bestuurders controleerde. Bovendien gaf ik als Statenlid de kaders aan waarbinnen de gedeputeerden hun werk moesten doen. En nu moet ik zelf uitvoeren wat er uit het debat is gekomen. Uiteraard zijn er nog altijd 1.000 wegen om daar te komen waar PS heen willen. Aan mij de taak om de beste route te vinden.

In mijn ‘wittebroodsweken’ als gedeputeerde ben ik op veel plekken in Noord-Holland geweest. Van Het Gooi tot de Kop van Noord-Holland. Van dijkversterkingsprojecten tot een ochtend meekijken met de zwemwaterinspecteurs. Als Statenlid wist ik al veel over de positie van de provincie Noord-Holland. Maar ik was niet zo ingevoerd als ik nu ben als bestuurder. Ik krijg nu in volle omvang mee wat er nodig is om de boer te laten boeren en ervoor te zorgen dat onze inwoners ’s morgens kunnen douchen. En welke bedreigingen er zijn. We staan voor een enorme opgave op het gebied van water, natuur en recreatie. Maar er zijn ook heel veel kansen.

Water is uiteraard op de eerste plaats natuur. Maar als we het over water hebben, hebben we het ook over recreatie. Want waar water en natuur zijn, ontstaat vaak als vanzelf recreatie. Op en aan het water is er rust, maar ook ruimte voor vertier en activiteiten. En die combinatie biedt kansen voor economische ontwikkeling. Wanneer we ergens een dijk versterken omdat dat nodig is voor de veiligheid, kunnen we ook meteen een strand aanleggen. Als we dat op juiste manier doen, kunnen we zorgen dat de biodiversiteit in en aan het water toeneemt. En we maken het mogelijk om te recreëren, om te zwemmen. Wanneer recreatie, biodiversiteit en natuur in een gebied in evenwicht zijn, ontstaat er vanzelf ruimte voor ondernemers: koek en zopie in de winter en ijsjes in de zomer.
Neem nu bijvoorbeeld de Markermeerdijken tussen Hoorn en Amsterdam. Het hoogheemraadschap werkt daar samen met haar partners aan de dijkversterking. Als er toch gewerkt wordt in het gebied, waarom werken we dan niet ook meteen aan de natuur en aan wandel- en fietspaden? Bovendien kunnen we ondernemers ruimte geven voor bijvoorbeeld de aanleg van een jachthaven of een steiger in het meer. Op die manier werken we aan de economische ontwikkeling van het gebied, scheppen we tegelijk recreatiemogelijkheden en versterken we onze status als watersportprovincie.

De provincie heeft echter de wijsheid niet in pacht. Om dit soort plannen te realiseren moeten we samenwerken. Ik kan helaas niet met alle 2,7 miljoen inwoners aan tafel. Maar ik wil ook niet alleen met de bewoners direct achter de dijk in gesprek. Daarom moeten we met andere overheden, ondernemers, milieuorganisaties en recreatieschappen bekijken welke kansen er liggen. Zo zit op een getrapte manier toch iedereen aan tafel. We moeten samen de kansen wegen. Wat brengt ons, en daarmee de inwoners van Noord-Holland, verder? Vervolgens moeten we die kansen goed benoemen: zo willen we het. Dit is de beste route naar het gewenste resultaat. Zo krijgen de inwoners van de provincie een kwalitatief goede oplossing tegen aanvaardbare kosten. En die route gaan we samen volgen.

Cees Loggen